belastingplannen voor de zorg

De belastingplannen voor de zorg als politieke dramaserie

Vergeet series als House of Cards en The Crown. Voor een echt goede vervolgserie is NPO Politiek en Nieuws the place to be. Deze zender biedt alle ingrediënten van een goede soap: intrige, plotwendingen, conflict en rolvaste hoofdrolspelers met bewonderenswaardige retorische gaven én inhoudelijke kennis. Belastingplannen worden hierdoor beïnvloed. De debatten over belastingwetgeving waren hierdoor ook dit jaar weer boeiend om te volgen. Al bekruipt me soms wel het gevoel dat het allemaal een beetje té leuk is. Té veel theater en te weinig bestuurlijke organisatie. Politiek en (lands)bestuur zijn niet hetzelfde maar te grote verschillen tussen beide lijkt niet de bedoeling.

Illustratief voor het verschil tussen politiek en bestuur is de veelheid aan moties en amendementen die dit jaar op het laatste moment nog in de belastingplannen verwerkt moesten worden. Daarin zijn kosten nog even snel van de ene groep burgers naar een andere groep verplaatst, zoals in de betere klucht acteurs een tafellaken heen en weer bewegen, terwijl de spelers proberen de kostbare Ming vaas heel te houden. Kijk hier voor een overzicht van de uiteindelijke maatregelen. Twee akten van het  politieke spel licht ik nog even extra toe.

De eerste akte: een jaarverantwoording voor betere zorg

De eerste akte gaat over de jaarverantwoording voor zorgverleners. Iedere zorgverlener wordt wettelijk verplicht om financiële gegevens online te laten zetten. Een soort extra aangifteverplichting. Naast de al bestaande belastingaangifte en de kostenverantwoording aan verzekeraars. Dit is een (politieke) oplossing, gericht op het bestrijden van fraude bij zorgverleners in de eerste lijn (o.a. huisartsen, tandartsen en verloskundigen) en daarnaast bedoeld als maatregel om verantwoording aan de maatschappij af te leggen. Maar wordt de  gezondheidszorg hier dan ook beter van? In de discussie zie ik die vraag niet erg terugkomen. Welk probleem moet deze maatregel gaan oplossen?

Een politicus hoeft die vraag kennelijk niet te beantwoorden. Het succesvol presenteren van een (vermeend) probleem en een oplossing is voldoende om de handen op elkaar te krijgen van het publiek in de zaal.

De tweede akte: duidelijkheid over wie als zelfstandige mag werken

In een tweede akte stond schijnzelfstandigheid centraal. Werken als zelfstandige terwijl je eigenlijk werknemer bent. Schijnzelfstandigheid wordt gepresenteerd als een groot probleem, onder meer omdat de financiële houdbaarheid van de sociale zekerheid hierdoor onder druk komt te staan en het leidt tot oneerlijke concurrentie tussen zelfstandigen en werknemers, bijvoorbeeld door  fiscale verschillen.

Voor dit onderwerp heeft het kabinet een oplossing bedacht en een consultatiewet gepubliceerd. Het kabinet realiseert zich evenwel dat zij niet precies weet hoeveel schijnzelfstandigen er zijn en in hoeverre het systeem van de sociale zekerheid daadwerkelijk in de problemen komt als de huidige situatie zou blijven voortbestaan. Desondanks is dit voorstel de politieke oplossing. Er komen meer – maar hopelijk duidelijkere – regels. Praktijkhouders moeten straks ook gaan beoordelen of een zelfstandige waar zij een arbeidsrelatie mee aangaan ‘organisatorisch ingebed is‘ en in hoeverre die zelfstandige ‘werkt voor eigen rekening en risico’.

In het wetsvoorstel wordt een zorgverlener alvast genoemd als hét standaardvoorbeeld van iemand die niet meer als zelfstandige werkzaam kan zijn? Onderscheid tussen grote zorginstelling en kleine praktijken wordt in het voorstel niet gemaakt en in de politieke afweging lijkt ook geen plaats voor erkenning van de zelfstandige medische verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid die elke arts persoonlijk draagt. Zorgverleners verlenen zorg voor een zorginstelling. Dat maakt ze ingebed in de organisatie. Zij verrichten vaak structureel een kernactiviteit van hun opdrachtgever, waarbij de financiële risico’s voor de (schijn)zelfstandige gering zijn. In die situatie zou een arbeidsovereenkomst dan verplicht worden.

En wordt de zorg híer dan beter van? Opdrachtgevers en opdrachtnemers vinden zelf de (schijn)zelfstandigheid lang niet altijd een probleem. De vrijheid om zelf onderling afspraken te maken geeft flexibiliteit, mogelijkheden en autonomie. Het voorstel lijkt vooral een uitwerking van de al geldende rechtspraak over dit onderwerp. Meer duidelijkheid brengt het op het oog niet. Gelet op het voorgaande blijft de bestuurlijke afweging wankel. Is het echt nodig om in te grijpen en, zo ja, is dit dan de meest effectieve manier om dat te doen binnen de (financiële) kaders?

Slotakte: wat bestuurlijker politiek bedrijven?

Blijkbaar is het benoemen van een groot (vermeend) probleem en het geven van een mogelijke oplossing voor politici vaak al voldoende. Daarin zit een parallel met het theater. En de mensen blijven aan de buis gekluisterd als de gevonden oplossing vervolgens weer tot nieuwe – boeiende – problemen leidt.  De speler die zich daar weer uit weet te redden verdient applaus. Maar het zou misschien nóg mooier zijn als we onze politici na de verkiezingen ook wat vaker een staande ovatie kunnen geven voor hun bestuurlijke vaardigheden.

Meer lezen

Over de plannen voor de bv, de dga, praktijkhouders en waarnemers en vermogen en inkomen
Kijk dan hier.

Geschreven door:
Jouw administratie goed geregeld?
Leuk dat je onze website bezoekt. Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website te verbeteren, maken wij gebruik van functionele en analytische cookies. Wij gebruiken geen tracking cookies. Naast het accepteren van de cookies, kun je deze ook beheren via 'Cookie instellingen'.
Accepteer cookiesCookie instellingen