Belastingplannen Directeur grootaandeelhouder (DGA)
Het (gecombineerde) tarief dat een directeur grootaandeelhouder over zijn of haar inkomen betaalt wordt aangepast. Zowel de aanpassing van het tarief als de nieuwe regeling voor excessief lenen van de eigen bv maakt het veelal minder aantrekkelijk om belastingheffing uit te stellen. Het kabinet heeft de volgende voorstellen gedaan.
Onderaan het artikel vind je de visie van collega Arjen Blankenstein op de belastingplannen.
Directeur grootaandeelhouder (dga)
Box 2: twee tariefschijven met tarieven van 24,5% en 31%
Vanaf 2024 krijgt box 2 van de inkomstenbelasting twee tariefschijven. Een directeur grootaandeelhouder (dga) betaalt dan een tarief van 24,5% over het inkomen tot € 67.000 en 31% over het meerdere.
Lees meer over de tariefschijven
Vanaf 1 januari 2024 zijn er dus twee schijfgrenzen voor het inkomen uit aanmerkelijk belang. Deze nieuwe grenzen van de tariefschijven worden vanaf 1 januari 2025 jaarlijks geïndexeerd. Nu is het tarief in box 2 nog één tarief van 26,9%.
Fiscaal partnerschap
In het geval van fiscaal partnerschap geldt dat inkomen uit aanmerkelijk belang aan beide partners kan worden toegerekend. Bij een inkomen van bijvoorbeeld € 134.000 uit aanmerkelijk belang kunnen partners er voor kiezen het inkomen gelijk over hen te verdelen. Het lage tarief is dan van toepassing op het volledige inkomen uit aanmerkelijk belang. Iedere partner geeft in die situatie een inkomen uit aanmerkelijk belang van € 67.0000 aan in de aangifte inkomstenbelasting.
Het tarief van de vennootschapsbelasting en de grens van de eerste schijf wordt verhoogd
Vanaf 1 januari 2023 betaalt een vennootschap 19% vennootschapsbelasting tot een belastbare winst van € 200.000. Bij een grotere winst is het tarief 25,8%.
Het tarief in de eerste schijf van de vennootschapsbelasting stijgt daarmee met 4% en de grens van de eerste tariefschijf daalt met € 195.000. De grens waarbinnen het lagere tarief van 15% gold was dit jaar € 395.000. Het hoge(re) tarief blijft gelijk aan het huidige tarief.
Box 2: excessief lenen van de eigen bv wordt belast in box 2
Een positief verschil tussen schulden aan een eigen vennootschap en € 700.000 wordt vanaf volgend jaar belast in box 2 van de inkomstenbelasting. De overschrijding wordt dan gezien als een soort fictieve dividenduitkering. Voor deze regeling geldt wel dat een eigenwoningschuld aan de vennootschap onder voorwaarden buiten beschouwing kan blijven.
Lees meer over excessief lenen
Deze nieuwe maximale schuld van € 700.000 geldt voor alle schulden die een aanmerkelijkbelanghouder en diens partner samen direct of indirect hebben bij vennootschappen waarin een aanmerkelijk belang wordt gehouden. De fictieve uitkering wordt in aanmerking genomen bij de aanmerkelijkbelanghouder die geacht wordt het inkomen te genieten. Maar als partners het hele jaar fiscaal partner waren, is het wel mogelijk om dit inkomen vrij toe te rekenen tussen de partners.
Schulden van anderen
De regeling geldt ook voor schulden die een met de aanmerkelijkbelanghouder verbonden persoon direct of indirect aan de vennootschap heeft. Bijvoorbeeld schulden van kinderen of ouders bij de vennootschap van de aanmerkelijkbelanghouder. Bij de aanmerkelijkbelanghouder wordt dan een schuld aan de eigen bv in aanmerking genomen voor zover de lening aan een verbonden persoon groter is dan € 700.000.
Voorbeeld
X heeft alle aandelen van B.V. Z. X heeft een schuld aan zijn B.V. van € 600.000. B.V. Z leent € 900.000 aan de dochter van X. De dochter van X heeft geen aanmerkelijk belang in B.V. Z. De schuld van de dochter van X wordt toegerekend aan X, voor zover haar schuld meer bedraagt dan € 700.000.
De relevante schuld voor X is dan € 800.000 (€ 600.000 + (€ 900.000 – € 700.000)). Bij X wordt een fictief regulier voordeel in de heffing betrokken van € 100.000 (€ 600.000 + € 200.000 – € 700.000).
Het fictief reguliere voordeel kan een positief bedrag of een negatief bedrag zijn. Als de som van de schulden op enig moment weer lager is dan de grens van € 700.000, wordt een eerder in aanmerking genomen fictief regulier voordeel weer teruggedraaid.
Voorbeeld
X heeft in een belastingjaar € 900.000 aan schulden aan vennootschappen waarin hij een aanmerkelijk belang heeft. Het bovenmatige deel van deel van de schulden in dat jaar is € 200.000. Een jaar later lost X een bedrag van € 300.000 af, waardoor de totale schulden € 600.000 zijn.
In het tweede jaar is het fictieve reguliere voordeel dan € 200.000 negatief (€ 900.000 – € 300.000, maar niet minder dan het bedrag dat eerder als positief voordeel in aanmerking is genomen). Dit negatieve fictief reguliere voordeel kan X verrekenen met het inkomen uit aanmerkelijk belang in het tweede belastingjaar. Voor zover dat niet kan, kan het negatieve fictief reguliere voordeel worden verrekend met het vorige belastingjaar of de zes volgende belastingjaren.
(Voorbeelden ontleend aan Memorie van toelichting Wet excessief lenen bij eigen vennootschap)
Eigenwoningschulden
Een lening die is aangaan voor de verwerving, verbetering of het onderhoud van de eigen woning van de aanmerkelijkbelanghouder kan buiten beschouwing blijven bij toepassing van deze regeling. De lening moet dan voldoen aan de voorwaarden voor aftrek in de inkomstenbelasting in box 1 van de inkomstenbelasting en de vennootschap moet een recht van hypotheek hebben gekregen. Vaak zal de lening dan ook een annuïtair aflossingsschema moeten hebben.
Voor op 31 december 2022 bestaande schulden geldt echter niet de voorwaarde dat een recht van hypotheek moet zijn verstrekt.
De doelmatigheidsmarge voor het gebruikelijk loon wordt aangepast
Vanaf volgend jaar mag het loon van een directeur grootaandeelhouder (dga) in ieder geval niet lager zijn dan het loon voor een vergelijkbare dienstbetrekking. Nu geldt nog dat het loon niet lager mag zijn dan 75% van het loon voor een vergelijkbare dienstbetrekking. De doelmatigheidsmarge van 25% vervalt daarmee.
Lees meer over de doelmatigheidsmarge
Een dga moet voor de werkzaamheden voor de eigen bv ten minste een gebruikelijk loon verdienen. Over het gebruikelijk loon is loon- en inkomstenbelasting verschuldigd in box 1 van de inkomstenbelasting. Het gebruikelijk loon mag niet lager worden vastgesteld dan:
– het loon van de meestverdienende werknemer in de bv;
– het loon van een vergelijkbare werknemer; of
– een bedrag van € 48.000.
Medische beroepen
Voor medische beroepen wordt zelden het minimumbedrag van € 48.000 gebruikt. Veel vaker zal gekeken worden naar het loon van een ‘meest vergelijkbare werknemer’. Dat loon mag nu nog 25% lager gesteld worden dan het loon dat normaal is voor het niveau en de duur van de verrichte arbeid. Vanaf volgend jaar mag dat niet meer. Door het afschaffen van deze doelmatigheidsmarge moet het loon in voorkomende situaties dus hoger, op 100% van het loon van de meest vergelijkbare werknemer binnen- of buiten de eigen BV worden vastgesteld.
Oudedagsverplichting in eigen beheer mag ook bij hogere leeftijd in een lijfrente worden omgezet
Sommige directeuren grootaandeelhouders (dga) hebben nog een oudedagsverplichting in beheer bij de eigen vennootschap. Goedgekeurd is dat deze oudedagsverplichting omgezet mag worden in een lijfrente. Dat de uitkeringen van de nieuwe lijfrente dan later ingaan dan in het jaar dat vijf jaar na de AOW-ingangsdatum is, is dan geen probleem.
Visie Arjen Blankenstein
In de belastingplannen worden de DGA en zijn of haar bv niet ontzien. Natuurlijk gaan wij voor onze relaties goed kijken naar de gevolgen en of er wijzigingen noodzakelijk zijn. Het valt op dat de doelmatigheidsmarge komt te vervallen en dat er twee tarieven komen in box 2. Bovendien moet het toegekende gebruikelijk loon aangepast worden. Dat zal in veel gevallen leiden tot een hogere belastingdruk. Wel kan het soms interessant zijn om de dividenduitkering van 2023 door te schuiven naar 2024.
Dit alles is natuurlijk nog met een kleine slag om de arm, want de plannen moeten nog goedgekeurd worden door de Eerste Kamer. Daarbij is de verwachting wel dat de meeste afspraken doorgang vinden. Uiteraard houden we de ontwikkelingen in de gaten, maar mocht je al geïnteresseerd zijn in wat dit mogelijk voor jou betekent, neem dan contact op met mij en/of met mijn collega adviseurs.
Robbie helpt je graag
Robbie volgt de ontwikkelingen en houdt je op de hoogte. Heb je vragen over de belastingplannen en wat ze voor jou kunnen betekenen? Neem contact op met je eigen adviseur of mail naar info@robbiekompleet.nl.